Zondag 27 Februari 2000


Zondag. Er staat vandaag eigenlijk niets op het programma, maar om met de Blues Brothers te spreken, 'I got a full tank of gas and a pair of sunglasses' dus rijd ik maar naar de dichtstbijzijnde plek waar iets te doen is. Het wordt Detroit.

Onderweg blijkt dat de snelwegen rondom de Motor City van erbarmelijke kwaliteit zijn. Het is verdorie nog erger dan rijden van Moskou naar Warschau: gaten in de weg, overal troep en vliegtuigen die je dak raken met hun landingsgestel. Ook binnen de stad worden geen schoonheidsprijzen verdiend. Het is een geluk bij een ongeluk dat het niet uitmaakt waar ik naartoe ga, want anders was ik geheid niet op de plek van bestemming gekomen. Misschien heeft het te maken met het feit dat elke auto die in Detroit in de prak wordt gereden de stad indirect ten goede komt.

Misschien is het wel toepasselijk om deze hoofdstad van de auto-industrie vanachter de autoramen te bekijken. Het probleem is dat je dan alles net niet ziet, en bovendien is het een belachelijke Amerikaanse gewoonte om alles van achter het stuur te doen. Er moet gelopen worden, besluit ik. Parkeren is geen probleem; ik gooi twee kwartjes in de meter (als enige in de rij) en loop een eindje de stad in.

Ondertussen moet ik denken aan een grap uit de Kentucky Fried Movie, een oude film die ik op jonge leeftijd zag. Tijdens een bepaald gedeelte worden misdadigers afgevoerd met de ergst denkbare straf: 'take him to Detroit' waarop ze dan uitriepen dat ze nog liever van de klif sprongen. Het lijkt erop dat de fried movie nog steeds akelig actueel is. Op straat is geen donder te doen, behalve dan de daklozen die je hier overal ziet. Alle winkels zijn dicht, niet alleen op slot maar dichtgetimmerd, voorgoed of voor het weekend, dat is niet duidelijk.

Ik slaag er niet in om iets van interesse te ontdekken in dit gebied. Na tien minuten zit ik alweer achter het stuur, om op de kaart te zoeken of er verder nog iets te doen is. Canada is vlakbij, maar de rotzooi aan de andere kant van de rivier ziet er zo mogelijk nog slechter uit. Ik besluit de moeite van de grensovergang niet te nemen.

Van Gogh Uitgestorven...

Het lijkt erop dat het enige gedeelte van Detroit dat nog niet verkloot is een eilandje is, dat in de rivier ligt. Belle island is vlakbij en lijkt zomogelijk even de moeite waard. Er liggen restaurantjes op en wat sportfaciliteiten. Helaas is alles dicht. Verder is de bodem ingepakt in een dikke laag beton zodat de bewoners van de stad over het hele eiland heen kunnen rijden en alles kunnen zien zonder uit de auto te stappen. Diversen bekijken vanachter het stuur de skyline van Detroit, die er van afstand nog wel mee door kan. Op de rivier ligt ijs.

Links=Windsor, Rechts=Detroit.

Min of meer teleurgesteld rij ik terug naar Ann Arbor. Op de radio is het 105.1 The Groove, een station dat alleen maar Motown draait. Geweldige muziek. Het is onwaarschijnlijk jammer dat de stad op geen enkele manier de sfeer van z'n muziek heeft gehouden.