Vrijdag 28 Januari 2000


Starbucks! Vreemd eigenlijk, hoe snel het gaat. Ik ben hier koud een week en er is al een "gewone dag". 's Ochtends het bed uit, even wat van die vreselijk zoete breakfast cereal eten, computer in de tas en naar de faculteit toe. Vanochtend introduceer ik een nieuw element in deze prille routine: een bezoek aan het hiernaast afgebeelde koffieparadijs. In mijn kelder staan namelijk alleen maar een frisdrankautomaat en een niet-werkende koekjesmachine.

Binnen is het druk, en het wachten duurt nogal even. Elke klant staat erop precies de juiste hoeveelheid uit de juiste boon gezette koffie in het juiste formaat beker te krijgen. Als je de uiteindelijke kwaliteit van de koffie hier in ogenschouw neemt is dat eigenlijk een beetje onzin, maar Amerikanen hebben graag het gevoel dat ze ergens controle over hebben.

Panorama kantoor

Thijs aan het werkIn de kelder is het niet echt druk. Mijn ID is nog steeds niet klaar, het wordt inmiddels maandag, en als ik het vorige deel van dit feuilleton wil uploaden stokt de verbinding met Nederland ook nog even. Er zit iemand anders achter mijn computer in Groningen te werken. Gelukkig is het snel weer voor elkaar.

Tijdens de ochtend probeer ik de verschillende bezoekers van het vertrek te onderscheiden. Aan de grad students moet ik mij voorstellen, dat zijn de collega's van de kelder, de undergrads zijn slechts op bezoek. Het lukt vrij aardig, al is mijn oer-Nederlandse naam natuurlijk weer behoorlijk onhandig. Ook al heten de meeste andere grads ook geen John en Paul maar eerder Wee-Chong en Ramesh, Thijs blijft een tongbreker. Tice? Yes, Tice. Totdat ik iemand tref waarbij het precies andersom gaat. My name is Tice. Thijs? Een Nederlander dus. Ik wist dat ze er waren, in groten getale zelfs, maar tot dusver was ik ze niet tegengekomen. Daar komt nu verandering in: via de Hollandse tam-tam wordt bekend dat er een landgenoot is gearriveerd en de ene na de andere Dutchman komt een kijkje nemen. Sommigen zitten hier al zolang dat ze af en toe in de knoop komen met de moedertaal, anderen zijn voor een jaartje over. En alsof het nooit anders geweest is rol ik het Nederlandse circuit binnen.

Wouter en Arwin borrel
Geen moment te laat overigens, want anders had ik de borrel gemist die er op vrijdag is voor de grad student populatie van Brown. Goedbezocht, misschien door de gratis drank, maar de sfeer is ook prima. Mede-Heineken drinkers zijn Wouter, links, uit Amsterdam en Arwin, rechts, uit Groningen. Arwin is ooit wel eens in mijn oude studentenhuis aan de Heymanslaan geweest en zo zie je maar dat je naar de andere kant van de wereld kunt vliegen en toch altijd weer bekenden tegenkomt.

Natuurlijk gaan we na de borrel niet naar huis.

Wouter Arwin Chicken
Het is vrijdagavond in Providence en de temperatuur is gezakt naar -10 graden. Dat weerhoudt de bewoners er niet van om buiten in de rij te gaan staan voor allerlei chique restaurants. Een half uur of meer.

Gelukkig is er geen rij bij Andreas, de Griek op Thayer street. Hij serveert een behoorlijk flauwe kip met lauwe puree, maar vooruit, de sfeer is goed en het is niet heel duur. We eten hier even wat in afwachting van de rest van de avond: er is een feest bij Len, en op de een of andere manier ben ik ook uitgenodigd. Het is bring your own beer, waardoor we eerst nog even langs zo'n Amerikaanse drankwinkel moeten die eruit zien als een methadonpost en bijkans even erg zijn als de Zweedse. Maar daarna kan het feest beginnen.